Wandelen is heel laagdrempelig en kan je bijna overal doen. Klopt, maar voor mensen met (chronische) pijn vraagt het net dat tikkeltje meer aandacht. Wat neem je zoal mee in de rugzak? Hoe bouw je het wandelen rustig op? Hoe ga je om met het gegeven dat je halverwege plots niet meer verder kunt? Welke basisuitrusting heb je nodig? Er komt soms meer bij kijken dan je denkt, op deze pagina geven we jullie enkele bruikbare tips.
Hoe bouw ik het wandelen op?
Wie even op het internet surft vindt tal van schema’s terug om het wandelen op te bouwen. In de realiteit zijn deze schema’s voor mensen met chronische pijn niet of nauwelijks doenbaar. De ene dag is dan ook de andere dag niet. Enkele tips voor beginners :
- Begin met wandelen in je thuisomgeving, een ommetje in de straat of in de wijk is vaak al voldoende.
- Respecteer je lichamelijke mogelijkheden en luister naar je lichaam.
- Stap op een rustig maar vlot tempo, vermijd slenteren.
- Regelmaat is belangrijker dan duur. Het is beter om in het begin 3 keer 10minuten te stappen per dag dan 30 minuten in één keer te wandelen. Ook op de dagen dat het iets minder gaat, krijgen je spieren op deze manier voldoende doorbloeding.
Eenmaal je dit rustig hebt opgebouwd kan je beginnen met wandelingen in natuurgebieden. Uitermate geschikt hiervoor zijn de provinciale domeinen. In deze domeinen vind je vaak reeds bewegwijzerde (korte) wandelingen, zijn er steeds voldoende rustpunten en ben je er nooit helemaal alleen. Wie dan al de eerste stapervaringen achter de rug heeft kan terecht op één van de vele suggestiewandelingen van Effen Weg of zelf starten met routes te plannen op één van de vele wandelnetwerken die Vlaanderen rijk is. Wie liever in groep stapt kan terecht op één van onze activiteiten.
Waarop let ik als ik alleen op stap ga?
Eenmaal je het wandelen wat hebt opgebouwd zal je vast en zeker nieuwe gebieden willen verkennen. Het is nu eenmaal ook veel leuker om in de uitgestrekte natuur te gaan wandelen in plaats van rond de kerktoren te toeren. Als pijnpatiënt weet je al dat het tij plots heel snel kan keren. Er kan steeds iets misgaan, dit kan ook gebeuren onder de kerktoren, maar dit hoeft je absoluut niet tegen te houden om alleen op verkenning te gaan. Enkele tips om met een gerust hart op stap te gaan :
- Neem altijd je mobiele telefoon mee. Zorg er ook steeds voor dat deze bij vertrek volledig is opgeladen of neem eventueel een externe batterij mee (dit is vooral voor wie langere afstanden wandelt), meer hierover vind je bij uitrusting.
- Laat de wegbeschrijving van je wandelroute thuis of bij iemand achter. Mocht je in de problemen komen, kan deze persoon ervoor zorgen dat je geholpen wordt.
- Zorg ervoor dat je wandeling goed is voorbereid. Indien mogelijk bereid je ook een “back-up route” voor, waarbij je kan inkorten indien nodig. Handige hulpmiddelen hiervoor zijn bv. de kaarten van de wandelnetwerken, de app van wandelknooppunt,…
- Pauzeer regelmatig. Bij langere wandelingen is het aangeraden om zeker elk uur een pauze te nemen van een tiental minuten.
Handige tips voor de rugzak
Zorg eerst en vooral dat je rugzak aangepast is aan je wandeling. Ga zeker niet stappen met een te grote rugzak. Voor de korte wandelingen volstaat een klein model (10 liter), voor de iets langere afstanden zorg je best voor een goede dagrugzak (20-25 liter). Meer info hierover vind je ook op de pagina uitrusting.
Wat steekt er zoal in de rugzak?
- Water. Tijdens het wandelen is het belangrijk om je lichaam voldoende te hydrateren. Dit is zowat het zwaarste wat in je rugzak steekt dus zorg voor een goede verdeling van het gewicht. Dit kan door bijvoorbeeld twee kleinere drinkflessen in de zijzakken van je rugzak op te bergen. Ook een camelback (waterzak) zorgt voor een optimale gewichtsverdeling.
- Medicatie. Zorg steeds dat je de nodige medicatie mee hebt, zeker in het geval van dagtochten. In de handel zijn er kleine doosjes beschikbaar waarin je je medicatie kan opbergen en ordenen (bv. ochtend, middag, avond)
- Versnaperingen. Een koek, noten of wat fruit zijn ideale tussendoortjes en vermijden flauwtes.
- Een EHBO-kit. Zo heb je steeds pleisters en verband bij de hand mocht je onderweg een ongelukje hebben.
- Regenkledij. Een goede regenjas en regenbroek zijn in ons Belgenland onontbeerlijk.
- Kaartmateriaal. Vooral bij langere afstanden of in afgelegen gebieden is het aanbevolen om steeds een kaart van het gebied bij te hebben.
- Toiletpapier
- Eventueel een powerbank (extra batterij). Op deze manier vermijd je een lege batterij van de smartphone. Meer uitleg hierover vind je terug op de pagina uitrusting.